Voorjaarsnota: de fiscale contouren van het akkoord

Na een etmaal van intensieve onderhandelingen is er witte rook over de voorjaarsnota. Hoewel de ministerraad donderdag nog zijn fiat moet geven, zijn de eerste contouren van het akkoord al uitgelekt. Een reeks lastenverlichtingen en investeringen is aangekondigd — maar de dekking blijft voorlopig vaag. Accountancy Vanmorgen zet de fiscale implicaties op een rij.
Fiscale lastenverlichting: energie, huren en kinderopvang
De voorjaarsnota bevat een duidelijke inzet op koopkrachtverbetering. Hieronder vallen onder meer:
- Verlaging energiebelasting: €200 miljoen aan lastenverlichting voor huishoudens. Deze daling blijft wel ver achter bij eerdere wensen vanuit de VVD (tot €750 miljoen).
- Schrappen bezuiniging kinderopvangtoeslag: De eerder afgesproken bezuiniging van €250 miljoen per jaar op de kinderopvangtoeslag wordt ingetrokken.
- Bevriezing sociale huren: in 2025 en 2026, met daaraan gekoppeld een verhoging van de huurtoeslag van €1,1 miljard.
- “Boodschappenbonus”: Een vage, nog niet uitgewerkte koopkrachtmaatregel van €1,1 miljard — mogelijk gericht op huishoudens met lage inkomens.
- Geen accijnsverhoging op alcohol.
- Btw op sport, cultuur en media blijft op het lage tarief. Dit was eerder een breekpunt voor oppositie en coalitiepartijen.
Tabelcorrectiefactor als fiscale schuif
Om het schrappen van de btw-verhoging (€1,3 miljard) te dekken, kiest het kabinet voor een technische aanpassing van de tabelcorrectiefactor in de inkomstenbelasting. Deze wordt verlaagd. De heffingskorting en arbeidskorting gaan niet meegroeien met de inflatie zoals gebruikelijk is. Het gevolg: werkenden komen sneller in een hogere belastingschijf terecht. Volgens ingewijden levert dat zo’n 1,2 miljard euro op.
Een dergelijke aanpassing is fiscaal gezien effectief maar politiek gevoelig: het is een onzichtbare lastenverzwaring voor een brede groep werkenden.
Fiscale ruimte onder druk
Hoewel coalitiepartijen schermen met naleving van de begrotingsregels, staat vast dat het tekort richting de 3% van het bbp beweegt. Daarmee is het gebruik van de zogeheten meevallerformule (waarbij financiële meevallers deels mogen worden teruggesluisd naar burgers) discutabel. Volgens Financiën is dit alleen toegestaan als het verwachte tekort lager dan 1,5% is. NSC en BBB interpreteren dit ruimer, en wijzen op realisaties uit het verleden.
Op tafel ligt ook nog een structurele lastenverzwaring van €250 miljoen die in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken. De dekking moet komen uit het inperken van fiscale regelingen en bestrijding van belastingontwijking. Indien dat niet lukt, is een verhoging van de inkomstenbelasting vanaf 2026 het logische gevolg.
Geen akkoord over stikstof, beperkte inzet op klimaat
Over stikstof en klimaat zijn geen fiscale afspraken gemaakt. Wel komt er €600 miljoen extra voor boeren ter overbrugging. Klimaatmaatregelen worden doorgeschoven naar de aanloop naar Prinsjesdag. De WIA-hervorming krijgt €200 miljoen structureel, fors lager dan de €1–2 miljard die nodig zou zijn voor een robuuste structurele herziening.
Investeringen met fiscale impact
Naast directe belastingmaatregelen bevat de voorjaarsnota diverse investeringen en uitgaven met implicaties voor de begrotingsruimte:
- Defensie: €1,1 miljard extra, structureel. Hiermee komt Nederland nog niet in de buurt van de NAVO-norm van 3% van het bbp.
- Asielopvang: €850 miljoen extra.
- Infrastructuur: o.a. €1,9 miljard voor de Nedersaksenlijn, €375 miljoen voor sluis Kornwerderzand, €100 miljoen voor knelpunt Meppel.
- Gemeenten: miljarden worden gereserveerd om het zogeheten ‘ravijnjaar’ 2026 op te vangen.
- Geen geld voor gevangenissen: Het eerder vrijlaten van gedetineerden blijft aan de orde.
Versoepeling middenhuur en fiscale implicaties
De Wet betaalbare huur wordt op initiatief van BBB versoepeld. Minder huurwoningen vallen onder het woningwaarderingsstelsel (puntenstelsel) en particuliere verhuurders worden deels uitgezonderd. De exacte fiscale gevolgen (bijvoorbeeld m.b.t. WOZ-waarde, box 3-belastingdruk of heffingskortingen voor verhuurders) zijn vooralsnog onbekend, maar potentieel relevant.
Bron: Accountancy Vanmorgen (NOS/FD/BNR)