Ontslag op staande voet vaccinweigeraar nietig verklaard
Voor het eerst heeft een rechter binnen het Nederlandse koninkrijk zich uitgelaten over de vraag of een werknemer die weigert om zich in te laten enten met een coronavaccin op staande voet mag worden ontslagen. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao verklaart het ontslag op staande voet van een administratief medewerker van juridisch advieskantoor Century Trust Curaçao nietig. Wel is volgens de rechter sprake van een verandering in de omstandigheden die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de vrouw dient te leiden.
Uitspraak: ECLI:NL:OGEAC:2021:132
De vrouw is sinds 1 september 2016 in dienst van Century als administratief medewerker. Ze werkt in het WTC in een kleine binnenruimte van 25 m² zonder ramen of andere mogelijkheden tot ventilatie. Het kantoor heeft drie vaste werkplekken, die in elk geval door haar en een andere vaste medewerker worden bezet. Haar werkgever verzocht de vrouw om zich in te laten enten, maar die weigert dat.
Kort geding
Daarop ontsloeg Century de vrouw, omdat de werkgever het vanuit gezondheidsoogpunt niet verantwoord vond om haar ongevaccineerd in dezelfde ruimte te laten werken als andere werknemers. Het bedrijf verzocht daarna in kort geding om de arbeidsovereenkomst tussen partijen per direct te ontbinden, op grond van gewichtige reden, zonder toekenning van enige vergoeding de werknemer.
Rechter: inbreuk grondrechten kan gerechtvaardigd zijn
Het gerecht stelt in de beoordeling het volgende voorop. Een algemene vaccinatieplicht bestaat niet en dergelijke verplichtingen passen evenmin binnen de arbeidsverhouding. Vaccineren raakt immers het grondrecht van burgers op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam (art. 11 Gw) en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (art. 19 Gw). Werkgevers dienen deze grondrechten van hun werknemers te respecteren (HR 14 september 2007, NJ 2008/334; Dirksz / Hyatt I). Een inbreuk op een grondrecht door de werkgever kan onder omstandigheden echter gerechtvaardigd zijn. Daartoe is van belang dat de handeling die inbreuk maakt een legitiem doel dient en/of de handeling een geschikt middel is om dat doel te bereiken (noodzakelijkheid). Daarnaast moet beoordeeld worden of de inbreuk evenredig is in verhouding tot het belang van de werkgever bij het bereiken van het beoogde doel (proportionaliteit) en moet het doel niet ook op een minder ingrijpende wijze kunnen worden bereikt (subsidiariteit).
De werkgever heeft de wettelijke verplichting om zijn werknemers én derden op de werkplek zo veel mogelijk te beschermen tegen een Covid-19 besmetting. Deze verantwoordelijkheid van de werkgever kan meewegen bij de beoordeling of sprake is van een legitiem doel om inbreuk te maken op de grondrechten van een werknemer.
In dit geval geen rechtvaardiging inbreuk
Century heeft de werknemer verzocht zich te laten vaccineren tegen het Covid-19 virus. Aan haar weigering om zich te (laten) vaccineren heeft Century vervolgens de negatieve consequentie van ontslag verbonden. Aldus is sprake van een indirecte verplichting tot vaccineren (vaccinatiedrang) omdat de beslissingsruimte c.q. keuzevrijheid van de werknemer wordt ingeperkt. Dat levert een inbreuk op de grondrechten van de werknemer op. Naar het oordeel van het gerecht is niet gebleken van omstandigheden die maken dat die inbreuk in het onderhavige geval gerechtvaardigd is. Daartoe geldt het volgende. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat het kantoor van Century in het WTC in beginsel enkel een beperkt aantal uren per dag bezet was door zowel de vrouw als een collega. Dat betekent dat het blootstellingsrisico in het kantoor in het WTC beperkt was in de tijd en in het aantal personen. Voorts is gebleken dat de werkzaamheden van beiden zich grotendeels beperkten tot het verwerken van gegevens achter de computer en dat het bezoek door derden aan het kantoor minimaal was. Deze bedrijfsvoering en wijze van werken levert in het onderhavige geval, zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, geen legitiem doel op om inbreuk te maken op de grondrechten van de ontslagen werknemer. Met haar is voorts geen overleg gevoerd over noch is er samen gekeken naar de mogelijkheden om bij voortzetting van de werkzaamheden het besmettingsrisico te beperken. Dat overleg had in dit geval temeer voor de hand gelegen nu ter zitting is gebleken dat Century de huurovereenkomst met het WTC inmiddels heeft beëindigd en zij haar bedrijfsvoering vanuit de privéwoning in andere vorm zal voortzetten. Door een dergelijk overleg achterwege te laten kan niet worden beoordeeld of het doel niet ook op een minder ingrijpende wijze had kunnen worden bereikt.
Ontslag op staande voet ultimum remedium
In aanvulling op het voorgaande geldt dat een ontslag op staande voet als ultimum remedium moet worden beschouwd, bedoeld voor daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer (dringende reden), die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daaronder kan zonder wettelijke vaccinatieplicht niet worden geschaard de weigering tot vaccineren, oordeelt de rechter. Dit betreft immers een dermate grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer dat in de regel niet gezegd kan worden, bijzondere omstandigheden daargelaten, dat een dergelijke weigering tot een dringende reden leidt. Zeker niet gezien voornoemde omstandigheden in de onderhavige zaak. Het aan de werknemer verleende ontslag op staande voet is daarom nietig. Ingevolge artikel 7A:1614d BW heeft ze dan ook recht op loon, nu zij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die voor rekening van Century komt.
Verandering van omstandigheden
Voor het geval het ontslag op staande voet geen stand zou houden heeft Century verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een verandering van omstandigheden vanwege een gewijzigde bedrijfsvoering als hiervoor genoemd. In die nieuwe werkwijze, en werkomgeving past de werknemer niet. De ruimte in de privéwoning is beperkt en het werk is zodanig afgenomen dat zij met een parttimer beter uit de voeten kan. Het helpt niet dat de werknemer onder niveau presteerde, Century haar langere tijd het hand boven het hoofd heeft gehouden, maar dat nu niet meer op kan brengen gelet op de situatie die is ontstaan. Het weigeren te vaccineren ervaart Century ook als een vorm van verraad na alles wat zij voor de werknemer heeft gedaan.
De werknemer heeft ter zitting aangevoerd zich niet te herkennen in de kritiek op haar functioneren. Zij heeft altijd haar best gedaan. Ze erkent dat Century haar veel kansen en mogelijkheden heeft gegeven en dat haar beslissing om zich niet te laten vaccineren de verhoudingen wel heeft verstoord. Dat maakt samenwerken in de thuisomgeving van de ondernemer niet gemakkelijk.
Gelet op het voorgaande moet al met al de conclusie zijn dat de Covid-19 pandemie op meerdere fronten de verhoudingen op scherp zet, oordeelt de rechter. Het recht van de werknemer op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit kan haaks staan op het belang van de werkgever om zichzelf, zijn werknemers en derden op de werkvloer tegen besmetting te beschermen. De omstandigheden kunnen met zich meebrengen dat voortzetting van de arbeidsrelatie niet meer haalbaar is. Naar het oordeel van het gerecht is daarvan in het onderhavige geval sprake.
Vergoeding
Het gerecht komt tot de slotsom dat voldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een verandering in de omstandigheden die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden. De arbeidsovereenkomst zal met ingang van 1 augustus 2021 worden ontbonden. Het komt het gerecht met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voor om aan de werknemer een aanvullende vergoeding toe te kennen van NAf 7.500 bruto. Op deze vergoeding komt in mindering de uitkering die de werknemer eventueel toekomt ingevolge de Cessantia-landsverordening. Omdat aan de vrouw een vergoeding wordt toegekend zal Century in de gelegenheid worden gesteld het verzoek in te trekken.
Bron: accountancy vanmorgen