Kleine BTW-ondernemer mag KOR andere lidstaat gaan toepassen
De Eerste Kamer heeft de Wet implementatie richtlijn kleineondernemersregeling (KOR) voor de BTW aangenomen. Hierdoor kunnen kleine ondernemers vanaf 1 januari 2025 de KOR van een andere lidstaat toepassen als die lidstaat ook een soortgelijke regeling heeft.
Een BTW-ondernemer met een omzet die niet hoger is dan € 20.000 per jaar exclusief BTW kan een beroep doen op de KOR (verdiepingsartikel). De KOR (infographic) kan een flinke vermindering van de administratieve lasten voor kleine ondernemers rondom de BTW opleveren. Ondernemers die kiezen voor de KOR hoeven namelijk geen BTW-aangifte te doen, en bijvoorbeeld ook geen BTW te berekenen aan hun klanten. Daar staat echter tegenover dat ze ook geen BTW kunnen aftrekken.
Door richtlijn KOR in andere lidstaat toe te passen
Een in Nederland gevestigde ondernemer met activiteiten in een andere lidstaat kan nu de KOR niet toepassen in die betreffende lidstaat. De toepassing van de KOR is namelijk beperkt tot leveringen en diensten die in Nederland belast zijn. Door de aanname van de KOR-wetgeving door de Eerste Kamer wordt het vanaf 1 januari 2025 mogelijk om gebruik te maken van een KOR in een andere EU-lidstaat dan waar de ondernemer is gevestigd.
Voorwaarden toepassing KOR
Als een ondernemer vanaf 2025 gebruik wil maken van een KOR in een andere lidstaat, moet hij aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De jaaromzet van de onderneming in de gehele Europese Unie is niet meer dan € 100.000; en
- De omzet van de onderneming overschrijdt niet de omzetdrempel van de lidstaat waar de prestaties worden verricht/belast zijn.
Ook moet de ondernemer een maand na ieder kwartaal aan de inspecteur de totale Nederlandse omzet en EU-omzet doorgeven.
Een belangrijk voordeel van de nieuwe KOR is dat de ondernemer zich in principe niet meer hoeft te registreren in de andere lidstaat en dat er dus in de betreffende lidstaat ook geen BTW-aangifte meer hoeft te worden gedaan.
Bron: Accountancy Vanmorgen