Kabinet stelt box 3-belasting over werkelijk rendement uit tot 2026
Het kabinet heeft het plan om belasting te gaan heffen over het werkelijke rendement in box 3 met een jaar uitgesteld tot 2026. Het uitstel volgt na onderzoek door Capgemini en gaat de schatkist € 385 miljoen kosten, meldt Financiën.
Door het opschuiven van de nieuwe systematiek blijft de overbruggingswetgeving volgens de zogenaamde spaarvariant een jaar langer bestaan: met de huidige rentestanden betekent dat een zeer lage belastingdruk voor spaarders.
Tijdsdruk
Volgens Financiën zorgde het kerstarrest van de Hoge Raad voor extra tijdsdruk om tot een nieuwe heffingsmethode te komen. ‘Daarom is besloten om opnieuw een extern onderzoek te laten doen door Capgemini naar de haalbaarheid van het tijdpad, zoals ze ook voor het coalitieakkoord al hadden bekeken. Uit het onderzoek volgt dat de al gesignaleerde risico’s zijn toegenomen en dat er aanvullende risico’s zijn bijgekomen. Capgemini acht een succesvolle implementatie in 2025 niet realistisch.’
Vorig jaar achtte het bureau het tijdpad nog weg haalbaar, mits er geen aanvullende beleidsinitiatieven kwamen. ‘Onder andere als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad en de daarmee samenhangende nieuwe wetgeving, zowel voor het rechtsherstel als de overbruggingswetgeving, wordt niet meer aan de randvoorwaarden voldaan. In het nadere onderzoek is rekening gehouden met de actuele stand van alle zaken die van invloed zijn op het tijdpad, zoals het wetgevend traject, de modernisering van het ICT-landschap van de informatievoorziening bij de Belastingdienst en de samenwerking met de ketenpartners, zoals banken en verzekeraars.’
In de overbruggingswetgeving wordt al wel uitgegaan van de werkelijke verdeling van spaargeld en beleggingen en van het werkelijke rendement daarop, in plaats van een fictieve verdeling. ‘Hierdoor wordt al zo goed mogelijk aangesloten bij het werkelijk behaalde rendement.’