Eerste Kamer stemt in met Wet invoering minimumuurloon
Het wetsvoorstel Wet invoering minimumuurloon is deze week aangenomen in de Eerste Kamer. Het streven is het wetsvoorstel op 1 januari 2024 in werking te laten treden.
Het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Kathmann (PvdA) en Maatoug (GroenLinks) wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) en enkele andere wetten. Bij de stemming in de Eerste Kamer werd ook een motie aangenomen om de economische situatie van kleine ondernemers te beoordelen en te verkennen welke mogelijkheden tot lastenverlaging er zijn, en daarbij de mogelijke ruimte die de UWV-fondsen bieden te onderzoeken.
Uniform minimumuurloon
Nederland kent sinds 1969 een wettelijk minimumloon. Dit initiatiefwetsvoorstel strekt tot invoering van een, voor een ieder die onder de reikwijdte van het wettelijk minimumloon (Wml) valt, geldend uniform minimumuurloon.
Eerlijker en transparanter minimumloon
De invoering van een wettelijk minimumuurloon leidt tot een eerlijker en transparanter minimumloon. De hoogte van het minimumloon per uur wordt hierdoor niet alleen voor iedereen gelijk, maar ook inzichtelijker. Met de invoering van een uniform minimumuurloon wordt ook de handhaving vereenvoudigd. Daarnaast beogen de initiatiefnemers met dit wetsvoorstel het minimumloon te verhogen.
Motie mogelijke lastenverlaging mkb
De tijdens de plenaire behandeling van het voorstel ingediende motie-Oomen-Ruijten (CDA) c.s. over de economische situatie van kleine ondernemers is op 14 februari 2023 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
In de motie staat het volgende:
“De Kamer, gehoord de beraadslaging, over de invoering van het minimumuurloon; stelt vast dat;
- een uniform minimumuurloon bijdraagt aan het principe van gelijke behandeling en beloning voor gewerkte uren;
- bijdraagt aan grotere transparantie en ook betere controle en handhaafbaarheid voor alle uitvoerders;
- de uitvoering van deze wet tot verhoging van de lasten met name voor het MKB leidt;
verzoekt de regering de economische situatie van kleine ondernemers te beoordelen en te verkennen welke mogelijkheden tot lastenverlaging er zijn en daarbij de mogelijke ruimte die de UWV-fondsen bieden te onderzoeken.”
Petitie werkgevers
Op 7 februari 2023 heeft de Eerste Kamercommissie voor SZW een petitie in ontvangst genomen waarin werkgevers zorgen uiten over de gevolgen van het initiatiefwetsvoorstel. De oproep van het Nederlandse bedrijfsleven: ‘Voer nieuw minimumuurloon gefaseerd in en verlaag werkgeverslasten’.
Wijziging artikel 11 initiatiefwetsvoorstel
Minister Van Gennip heeft eerder laten weten dat in gesprekken met de uitvoeringspartijen is gebleken dat artikel 11 van het initiatiefwetsvoorstel moet worden aangepast: “In de memorie van toelichting bij het initiatiefwetsvoorstel is aangegeven dat de praktijk van werken met — let op — een vaste overeengekomen arbeidsduur per week met vaste bedragen per maand gecontinueerd moet kunnen worden. Dat lijkt me ook logisch. Dat gaat dus over weeklonen. De huidige redactie van het artikel maakt dat dit in sommige situaties echter niet langer mogelijk is, terwijl dit wel de bedoeling is. Wij streven er vanuit SZW dus naar om dat met de aanpassing van de verzamelwet van SZW van 2024 mee te laten gaan, zodat die wijziging ook direct per 1 januari 2024 in kan gaan.”
Gevolgen voor loongebouw
Minister Van Gennip is gevraagd wat er gebeurt met de lonen die boven het minimumloon liggen? Wat gebeurt er met de lonen van de teamleiders van de vakkenvullers? Zij antwoordt het volgende: “Ik vermoed dat daar mogelijke gevolgen voor gaan zijn, niet alleen omdat je wilt zorgen dat de loonopbouw binnen zo’n team klopt, maar ook omdat je in deze arbeidsmarktkrapte toch goede mensen wilt aantrekken. Dat kan dus zeker gevolgen voor het loongebouw hebben. Het is niet makkelijk om op voorhand te zeggen hoe groot dat effect zal zijn en waar dat plaats zal vinden. Het is natuurlijk ook aan individuele werkgevers en werknemers om daar invulling aan te geven. Het hangt ook echt af van hoe de oorspronkelijke loonschalen in elkaar zitten. Dan kom je eigenlijk weer terug bij de discussie die we net hadden: de echte wml-banen zijn over het algemeen banen die door jongeren worden vervuld. Tot 21 jaar vallen zij sowieso onder het jeugdminimumloon en onder de 30 jaar werken zij vaak parttime en hebben zij vaak banen ernaast. Het is dan echt de vraag hoe dat per sector en zelfs per ondernemer gaat uitpakken. Maar dat het effect er gaat zijn, lijkt mij duidelijk.”
Bron: Accountancy Vanmorgen