Belastingdienst duidt weg naar handhaving bij schijnzelfstandigheid
Op dit moment wordt er nauwelijks gehandhaafd in situaties waarin de Belastingdienst van mening is dat er sprake is van een (fictieve) werknemer in plaats van een zelfstandige. Dit is de consequentie van het handhavingsmoratorium. Dit handhavingsmoratorium wordt per 1 januari 2025 afgeschaft, waardoor er vanaf dat moment weer kan worden gehandhaafd bij schijnzelfstandigheid. Recentelijk heeft de Belastingdienst het Handhavingsplan arbeidsrelaties voor 2024 gepubliceerd. Hierin wordt beschreven hoe de Belastingdienst in aanloop naar de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 gaat handhaven.
De aanpak bestaat uit drie tranches:
- Tranche 2023: ‘Versterken en verbeteren van de handhaving’
- Tranche 2024: ‘Op weg naar opheffing van het handhavingsmoratorium’
- Tranche 2025: ‘Handhaven zonder handhavingsmoratorium’.
Om maatschappelijke onrust na opheffing van het handhavingsmoratorium te voorkomen, wordt in de tweede tranche in 2024 de samenwerking met de markt opgezocht. Hierbij zal de aandacht vooral liggen op de risicovolle posten, branches en sectoren met een groter risico op onjuiste kwalificatie van de arbeidsrelatie. Deze samenwerking is erop gericht om het bewustzijn (ook rondom de gevolgen bij de daadwerkelijke opheffing van het handhavingsmoratorium) te vergroten en sectoren in de actiestand te krijgen.
Onderwerpen
In samenwerking met de markt zal het marktteam van de Belastingdienst onder meer de volgende onderwerpen bespreken: eigen verantwoordelijkheid nemen rondom de kwalificatie van de arbeidsrelatie, ondersteunen van het nemen van eigen verantwoordelijkheid vanuit de betrokken ministeries, met elkaar verkennen van duidelijke situaties van (schijn)zelfstandigheid en werken aan beheersing (‘kwaliteit binnen het proces rondom inhuur’). Enkele andere onderwerpen zijn: betrokkenheid van specialisten (denk aan fiscaal dienstverleners, juristen en HR-adviseurs), vormen van zelfregulering (inclusief keurmerk vanuit de markt) en de mogelijkheden tot voorspelbaarheid in de inzet van handhavingsinstrumenten vanuit de Belastingdienst.
Bron: Fiscount