Aanvulling op besluit rechtsherstel box 3, ter voorkoming van dubbele belasting
De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd dat een aanvulling is op het Besluit rechtsherstel box 3 naar aanleiding van het kerstarrest van de Hoge Raad. Het gaat om een goedkeuring ten aanzien van binnenlandse belastingplichtigen met buitenlandse bezittingen en schulden.
Besluit rechtsherstel box 3
In het Besluit rechtsherstel box 3 dat in wetgeving zal worden vastgelegd, heeft de staatssecretaris uitgewerkt op welke wijze het nieuwe voordeel uit sparen en beleggen in box 3 voor nog niet onherroepelijk vaststaande en nog niet vastgestelde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de kalenderjaren 2017 tot en met 2022 wordt berekend. Bij binnenlandse belastingplichtigen met buitenlandse bezittingen en schulden voor wie op basis van een belastingverdrag of eenzijdige regeling recht bestaat op voorkoming van dubbele belasting, sluit de systematiek zoals die is opgenomen in het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 niet volledig aan bij de berekeningswijze in het Besluit rechtsherstel box 3. Dit besluit, dat ook in wetgeving zal worden vastgelegd, bevat daarvoor een goedkeuring. Deze goedkeuring geldt uitsluitend voor situaties waarin toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3 resulteert in een verlaging van het voordeel uit sparen en beleggen.
Voorkoming van dubbele belasting bij toepassing van het rechtsherstel
Hoofdstuk 2, afdeling 4, Bvdb 2001 regelt de wijze waarop voorkoming van dubbele belasting wordt verleend bij binnenlandse belastingplichtigen met buitenlandse bezittingen en schulden. De voorkoming wordt in deze regeling, kort gezegd, gebaseerd op de verhouding van het buitenlandse box 3-vermogen ten opzichte van het gehele vermogen. Hierdoor wordt in feite een gemiddeld forfaitair rendementspercentage toegerekend aan het buitenlandse vermogen.
Bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen op basis van het rechtsherstel wordt echter op basis van de werkelijke samenstelling van het vermogen aan specifieke vermogensbestanddelen een rendementspercentage toegerekend. Zo zal aan een buitenlandse vakantiewoning een forfaitair rendementspercentage van 5,39% (in 2017) worden toegerekend. Een redelijke rechtstoepassing brengt met zich mee dat in dat geval ook voor de berekening van de voorkoming van dubbele belasting met het van toepassing zijnde rendementspercentage wordt gerekend.
Goedkeuring
Daarom keurt de staatssecretaris het volgende goed.
Voor binnenlandse belastingplichtigen met buitenlandse bezittingen en schulden waarbij toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3 resulteert in een verlaging van het voordeel uit sparen en beleggen, wordt als volgt afgeweken van het Bvdb 2001:
- –In afwijking van artikel 24, tweede lid, Bvdb 2001, wordt de voorkomingsbreuk niet vermenigvuldigd met de op basis van de Wet IB 2001 over het belastbare inkomen uit sparen en beleggen verschuldigde belasting maar met de belasting die verschuldigd is over het belastbare inkomen uit sparen en beleggen na toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3.
- –In afwijking van artikel 24, vijfde lid, onderdeel a, Bvdb 2001 wordt onder het forfaitaire rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland verstaan: het rendement van de buitenlandse bezittingen, verminderd met het rendement van de buitenlandse schulden. Voor het bepalen van deze verschillende rendementen is hoofdstuk 3.1 van het Besluit rechtsherstel box 3 van overeenkomstige toepassing.
- –In afwijking van artikel 24, vijfde lid, onderdeel b, Bvdb 2001 wordt het noemerinkomen bepaald als: het belastbare inkomen uit sparen en beleggen na toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3
Bij de toepassing van deze goedkeuring blijven de overige bepalingen van afdeling 4 Bvdb 2001 onverkort van toepassing.
Staatscourant 2022, 20318. Besluit van 29 juli 2022, nr. 2022-199150
Bron: Accountancy Vanmorgen